Gebod 1
Je mag geen andere goden hebben behalve God, Bijvoorbeeld niet je mobiel of iPod,
Geen voetbalheld of Boyband,
Het is belangrijk dat je God kent.
Gebod 2
Je mag geen beelden hebben van God,
Dan drijf je met God de spot,
Je mag God niet tekenen, ook al heb je tekentalent. Omdat je zijn grootheid niet kent.
Gebod 3
Je mag niet vloeken of Zijn naam misbruiken,
Je mag Zijn naam alleen eerbiedig gebruiken.
God zal je niet onschuldig houden,
Als je dit gebod niet hebt gehouden.
Gebod 4
Op Zondag mag je uitrusten van het werk,
Want dan mag je naar de kerk,
Maar kun jij met je werk iemand redden van de dood,
Dan mag het want dat is van nood.
Gebod 5
Houd van je vader, vergeet je moeder niet
Als je dat niet doet, doet dat ze veel verdriet.
Als je dit doet verlengt God je leven.
Dus je moet je ouders liefde geven.
Gebod 6
Je mag een ander niet vermoorden,
Want dat is te erg voor woorden,
Iedereen heeft recht om te leven,
Want God heeft je het leven gegeven.
Gebod 7
Als je getrouwd bent mag je niet scheiden,
Je moet het zoveel mogelijk vermijden,
Ooit heb je tegen elkaar ja gezegd.
Dus is het belangrijk dat je voor je echtgenoot vecht.
Gebod 8
Je mag niet stelen,
Dat wil ik je niet aanbevelen,
Blijf van de spullen van anderen af,
dan krijg je ook geen straf.
Gebod 9
Je mag niet liegen,
Je mag niet bedriegen,
Wees eerlijk tegen elkaar,
Dan ben jij betrouwbaar
Gebod 10
Wees niet jaloers op dingen die een ander heeft,
Maar wees blij met wat God jou geeft.
Je hebt genoeg aan hem alleen.
Beschrijving van de gebeurtenissen rondom de berg van Sinaï
Het volk Israël kwam in de woestijn Sinaï en plaatste zijn tenten tegenover de berg Sinaï, en Mozes ging de berg op naar God. God sprak tegen Mozes (Exodus 19: 3-6): "Aldus zult gij tot het huis van Jakob spreken, en den kinderen Israëls verkondigen. Gijlieden hebt gezien, wat Ik den Egyptenaren gedaan heb; hoe Ik u op vleugelen der arenden gedragen, en u tot Mij gebracht heb. Nu dan, indien gij naarstiglijk Mijner stem zult gehoorzamen, en Mijn verbond houden, zo zult gij Mijn eigendom zijn uit alle volken, want de ganse aarde is Mijn; En gij zult Mij een priesterlijk koninkrijk, en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden, die gij tot de kinderen Israëls spreken zult." Mozes vertelde dit aan het volk. En het volk zei (Exodus 19: 8): "Al wat de Heere gesproken heeft, zullen wij doen!" Mozes ging het weer aan de Heere vertellen. En de Heere zei tegen Mozes dat Hij in een dikke wolk zou komen zodat het volk zou horen dat de Heere met Mozes praat, en het ook altijd zouden geloven. Mozes moest weer naar het volk gaan en zeggen dat ze hun kleren moesten gaan wassen. Op de derde dag zal de Heere komen. Alle mensen moeten rondom de berg gaan staan, en niemand mag de berg aanraken, anders zou je sterven! De derde was aangebroken, het was ochtend. Op de berg begon het plotseling te onweren; bliksem en donder! Er klonk een geluid van een bazuin. De mensen gingen om de berg heen staan en luisterden. De berg rookte want God was daar. God en Mozes spraken met elkaar. Toen God had gesproken ging Hij weer weg. Het onweer stopte. Later gaf God de 10 geboden op de berg
Bronnen:
Bijbel, de site cip, wikipedia
Maak jouw eigen website met JouwWeb